1. |
intro
00:48
|
|
||
2. |
reiger wim
03:48
|
|
||
Reiger Wim ziet de vissen ziet ze duiken.
Hij ziet hoe ze vluchten voor zijn schaduw.
Wim is sip. Hij wil zwemmen met de vissen.
Hij zegt: kijk ik ben een lieve vogel.
Dichter Wim pakt zijn pen hij schrapt en zwoegt.
Hij is hard en van zijn tekst blijft niets meer over.
Wim bidt stil: laat me sterk zijn als ik schrijf.
Zie Wim daar toch eens vechten met zijn woorden.
Ik weet al hoe het gaat.
Ik val niet aan.
Zo werd ooit gezien en later opgeschreven:
vertel me over iemand die dichtbij is.
|
||||
3. |
de laatste pionier
04:39
|
|
||
In de nacht dan komen ze voorbij
langs schalen vlees een varken aan een spies
mijn spreuk voor hen is zonder ironie
het slechte voedsel maakt de mensen triest
ik krijg een vette mond
dan druk ik ze opzij
Morgen dan vecht ik weer
ik ben een pionier
ik raak 't nooit verleerd
de laatste pionier
Ik ben uit de straten achteraf
kijk ik heb nog steeds mijn sterke tanden
ik draag een brief van mentor in mijn zak
hij zegt: je moet je eigen lichaam kennen
Mijn overhemd zit goed
ik draag een roestig mes
ik ben uit een oude oorlog
ik kom nieuwe wegen bouwen
Morgen dan vecht ik weer
ik ben een pionier
ik raak 't nooit verleerd
de laatste pionier
met zijden doekjes zwaait het volk naar mij
de straten zijn in gouden steen gelegd
Ik spuug er op en kijk
mijn hekken blijven dicht
|
||||
4. |
|
|||
Je moest niet meer drinken, maar drinken vind je fijn
als je drinkt komt je Monkie en hij brengt je medicijn
dan komt ie met zijn flessen, komt ie met zijn whiskey
En je wil toch meer drinken
Monkie vindt het goed
Monkie helpt je drinken en omdat het sneller moet
helpt hij je met zijn handen allebei zijn handen
En hij schuift je whiskey toe
Monkie is je vriendje
hij houdt je bij de les
als jij je glas niet ziet
dan schuift ie zo een hele fles
je denkt zo gaat het beter:
ik ben best oké
Dan staat daar nog een whiskey
En je gaat nog meer drinken
drinken maakt je mooi
zo word je dan de trotste van de vogels in je kooi
en dan lach je al je tanden al je gele tanden
tot je Monkie weer ontmoet
Ach Monkie blijf mijn vriendje
ook al lach je nog zo luid
jij leest de eerste bladzij
je hebt mijn boek al uit
je kent nu wel mijn riedel
je zoekt een and’re maat
Loop maar naar je hel
|
||||
5. |
ik ben wendla
04:30
|
|
||
Ik ben veertien jaar
ik besta
ik ben een prinses
ik trek mijn boetekleed niet aan
Ik ben veertien jaar
ik besta
ik woon in je straat
ik heb een Lippizaner paard
Ik ben Wendla
‘Waarom kun jij niet slapen?’
omdat ik denken wil
waarom voel ik me eenzaam
terwijl er altijd iemand is
Soms dan heb ik wensen:
de kleine zielen op een strand
bang omdat ze leven
dan haalt de zee hen naar zich toe
Ik ben veertien jaar
ik besta …
Ik droom van echte liefde
die groot is als een kathedraal
's nachts dan ben ik buiten
waar ik jou gevonden heb
we praten hier onder de sterren
jij bouwt voor mij ooit een paleis
je vraagt mag ik je strelen
maar ik vind het nu te vroeg
|
||||
6. |
||||
Het ruikt hier naar mislukking
trek iets moois aan lief en ga met me mee
de stad ligt aan je voeten
het leven is een feestje we zijn niet welkom hier
Het afscheid valt me zwaar
en ik geef niks om de centen ik geef niks om de pijn
het enige wat ik wil is vanavond bij je zijn
Je komt als geroepen
ik heb geen auto, maar je mag wel achterop
dwars door de regen
‘t maakt niks uit ik heb wat anders aan mijn kop
want je lacht om al mijn grappen ook al zijn ze oud en flauw
Dromen kan geen kwaad
denk niet aan de toekomst het verleden is voorbij
het enige wat ik wil is vanavond bij je zijn
Vanavond (wij zijn van ver gekomen)
Het is al ver na tweeën
we moeten lopen, want mijn fiets is weer gejat
tot aan je voordeur
je pakt mijn hand het is koud het is glad
vanavond was te gek dit doen we vast wel weer een keer
Het afscheid valt me zwaar
je hart behoort aan niemand en zeker niet aan mij
ik kan alleen maar hopen dat je er morgen weer zult zijn
|
||||
7. |
interludium
00:55
|
|
||
8. |
heb ik een lichaam
02:09
|
|
||
Hij is thuis.
Zijn schaar ligt weg.
Hij schrijft: heb ik een lichaam?
‘k Heb een lichaam
van papier.
Het is goed.
Een vrije dag.
Niemand opent de kiosken.
Vandaag blijven ze dicht.
Het is niet nodig.
Zo praten de collega’s:
hij heeft zijn woorden en zijn woorden liggen klaar.
Hij heeft de tijd voor zichzelf.
Geef hem de tijd voor zichzelf.
Hij wil de tijd voor zichzelf.
Wat dan wel
weer het voordeel is.
Hij schrijft op: ik mag best falen.
Ik ben een slimme jongen.
|
||||
9. |
dromen van vera
03:23
|
|
||
dromen van vera
Vera en ik wonen in een paleis
een videotheek ons paradijs
We hebben alle beelden
Vera en ik zoek een band uit voor haar:
een man en een vrouw op zoek naar elkaar
Het lukt ze niet meteen
Als Vera dan zegt: zo is het voor mij
een ridder op zoek naar de graal dat ben jij
Vera en ik en de plaatjesmachine
als Vera de dapperste ridder wil zien
Hij is voor haar dichtbij
De zwetende held in een kinderverhaal
in nachtmerries is hij
op zoek naar de graal
Hij worstelt in de modder
Vera en ik kijken graag met elkaar
Dromen van Vera en Vera’s verhaal
Vera en ik wonen in een paleis
Dromen van Vera
Vera en ik wonen in een paleis
|
||||
10. |
rome
02:54
|
|||
dus ging je toen naar Rome en je schouders waren zwaar
man wat was je blue zo aan het einde van het jaar
en je kon ook niet meer lachen toen je net in Rome was
je dronk je café latte en stak een buskaart in je jas
de vlucht was om te janken en de poen was bijna op
met de demon op je hielen en die miezer in je kop
toen regende het dagen, ach, wat zeek het op je neer
en viel je op je knieën en bad je tot je Heer
Geef me dagen zeven dagen zon
een frisse wind en niet meer denken:
had ik niet, moest ik toch niet ergens anders zijn
ik wil zon
je Heer zei toen: sta op mijn jong, je hebt nooit in mijn geloofd
spoel die zorgen van je schouders, maak het lichter in je hoofd
je dronk je café latte en stak een buskaart in je jas
en je huilde van geluk omdat je echt in Rome was
je jankte van geluk omdat je echt in Rome was
|
||||
11. |
zij maakt de wind
02:54
|
|
||
zij maakt de wind
Bij haar is geen wind
het werkt ligt nog stil
zij ademt in
de lucht is te heet
Ze staat op het dak
het huis is van toen, zij wil vogel zijn
de stem van een vreemde roept: schiet toch eens op
je bent al te laat
Waar in het donker goede vriend
gaan de vogels heen?
Waar in het donker goede vriend
gaan de dode vogels heen?
Waar in het donker?
Zij heeft een kraai
er ligt een boek in mijn schoot
De hond liet ze hier
ze liet ‘m bij mij
De kraai steelt mijn boek en brengt het naar haar
zij wil dichter zijn
Het boek is van goud ik had het te lang
ik zie het pas nu
Waar in het donker goede vriend
gaan de vogels heen …
Zij zoekt het licht
Zij ademt uit
Zij maakt de wind
zij maakt de wind
|
||||
12. |
meester van de stuwdam
04:46
|
|
||
Alsof het altijd nacht is alsof er nooit een dag was:
de boer en de schilder het land en de doeken
Alles gaat mee in de stroom
(Zo denkt) de meester van de stuwdam
ziet de boer en de schilder
Alles gaat mee ...
Hij stond vroeg naast zijn bed
De boer op zijn land zegt: mijn huis is altijd open
mijn vleugels liggen hier
De hemel is blauw
De boer voelt zich vrij
zijn radio is aan; vandaag blijft het droog
Hij werkt naar het seizoen
De boer bidt hij voelt wie hij is
Oh heer, ik weet wat u vraagt
De boer slikt hij voelt wie hij is
Oh heer, ik draag uw naam
De schilder ziet zijn broer hij ziet de meester op de berg
hoe de vleugels daar liggen
En een hemel zo blauw
De schilder is vrij hij vindt zijn broer een goede man
Dan grijpt hij zijn doeken
Hij luistert naar een stem binnenin
|
harold k Culemborg, Netherlands
'De grote liefde voor het kleine leven'
Verhalende liedjes in Zösters plat en
Nederlands
Indie | Roots | Folk
Finalist mooie noten 2017
Winnaar Jo Erens Prijs 2018
... more
Streaming and Download help
If you like de laatste pionier, you may also like:
Bandcamp Daily your guide to the world of Bandcamp